Zwarte thee (volledig gefermenteerde thee) is voornamelijk uit Sri Lanka (het vroegere Ceylon), India, Turkije, Kenia en Malawi afkomstig, en wordt doorgaans gedronken in het Westen. Dit komt omdat hij door de volledige fermentatie langer houdbaar is en zijn krachtige smaak behoudt, wat ten tijde van de Verenigde Oost-Indische Compagnie van groot belang was om de thee te vervoeren naar het Westen.
De productiemethode verschilt van streek tot streek, maar er is altijd een vast stramien: verflensen, rollen/kneden, fermenteren en vuren/drogen.
Nadat de theeblaadjes slap geworden zijn tijdens het verflensen, worden ze opgerold of gekneed, waardoor het oxidatieproces kan starten. Hoe langer de oxidatie plaatsvindt des te zwarter kleuren de blaadjes. Het fermentatieproces wordt gestopt door de verhitting.
Doordat de tijdsduur van dit oxidatieproces kan variëren, krijg je dus schakeringen van donkerbruin tot zwart. Dit heeft ook een gevolg voor de smaak en geur.
In China wordt zwarte thee ook wel rode thee genoemd. Dit is omdat de thee van oranje over rood naar bruin kleurt na het infuseren.